Peggy

 

EENZAAM KIND VAN HET LICHT

zielenpijn

Zo alleen, het kind van het licht,
en als door sterke stormen bewogen
geknakt riet, vol onuitgehuild verdriet,
het water tot aan de lippen gestegen,
opgejaagd tot vluchten;
maar weet niet waarheen.

Angst ligt in de ogen, pijn;
de liefde- als een kleine vlam
die als een wonder gelijk
toch niet was te doven-
zoekt om zich heen:
houvast om te overleven-

En ik?...
Kan ik mijn ogen sluiten?
mijn hart en mijn geloof verloochenen?
Zachtjes fluister ik wat liefdewoorden,
leg mijn arm beschermend om haar heen.
Iemand, iemand
moet toch nog moeder voor haar zijn,
iemand een betrouwbare vader;
eindelijk
toch nog een veilig warm thuis.

 

Ella Prinsen - van der Most

© 20 mei 2008